ROND DE VIER KAPELLEKES

Ontstaan der kapellen

Met een kapel wordt meestal een klein christelijk kerkgebouw bedoeld, bij voorbeeld een dorpskapel of een veldkapel op het platteland. Ook bedehuizen die eigendom zijn van individuele personen of instellingen kunnen aangeduid worden met de benaming kapel. Voorbeelden van die laatste categorie zijn: een slotkapel in een kasteel, een kloosterkapel in een klooster, een gevangeniskapel, een ziekenhuiskapel, een school- of universiteitskapel, enz. De betekenis van het woord kan echter per land en per geloofsrichting sterk verschillen.
Naast de grote bedevaartplaatsen, basilieken en hoofdkerken die aan Maria zijn toegewijd, zijn er ook eenvoudige volksheiligdommen waar gelovigen de Hemelmoeder komen vereren. Soms zijn het eenvoudige kastjes, staakkapelletjes of kleine stenen gebouwen waar een Mariabeeldje achter glas of tralie staat te pronken. Men vindt ze op het platteland, in het veld, langs de baan, het kruispunt van wegen, aan de rand van een bos, …
Sommigen onder ons en zeker zij die in de jaren 1960-1970 lid waren van de Chiro herinneren zich zeker de uitdrukking nog "rond de vier kapellekens gaan of lopen", ofschoon er van deze kapellen nu geen enkele nog te zien is
(tekst uit het werk van Etienne De Reuse: Kapellen te Liedekerke).

 

De vier kapellekens
In het jaar 1851 werden langs deze processieweg, welke de vorm had van een rechthoek, aan elke hoek een kapel gebouwd.
In het kerkarchief treft men in de rekeningen van de Kerkfabriek over het jaar 1851 enkel aaanduidingen aan die op de bouw van deze kapellen slaan:

“twee ijzeren bremen gemaakt en verguld bij een gratis gebouwde kapel, drij andere kapellen gebouwd rond den weg der processie, de oude ingevallen zijnde”.

Hieruit blijkt dat er vóór het bouwen van deze kapellen andere gestaan hebben. Wanneer deze eerste kapellen gebouwd werden is niet bekend. Uit een vroegere rekening van het Kerkfabriek blijkt dat ze reeds voor 1844 bestonden:

“onkosten aen het hoofd der groote klok, het vernieuwen van vier kapellen, … 1844”.

  • De eerste kapel werd gebouwd voor rekening van Teresia Collijns en stond op de hoek van de Pastorijdreef (nu Steinfurtdreef) en de Opperstraat, tegenover de toenmalige ingangspoort van de Zustersschool (Sint Antonius). Zij was toegewijd aan het Heilig Hart.
  • De tweede kapel stond aan de hoek van de Opperstraat en de huidige Pamelsestraat en was toegewijd aan de Heilige Jozef.
  • De derde kapel werd opgericht op de hoek van de Warandestraat en de Pamelsestraat en was toegewijd aan de Heilige Rochus.
  • De vierde kapel werd gebouwd op de hoek van de Warandestraat en de Steinfurtdreef (vroeger Pastorijdreef) en was toegewijd aan de Heilige Nicolaas, patroonheilige van de parochie. De laatste drie kapellen konden gebouwd worden door omhalingen in de parochie, de rest werd bijgepast door de pastoor (uit Rekeningen Kerkfabriek, 22 juli 1851). Wanneer de processie uitging werd de zegen met het H. Sacrament gegeven. De opbrengst van de offerblokken, diende tot onderhoud der kapellen.

De vier genoemde kapellen werden gemetst door Petrus Van den Brande en het IJzerwerk door Jan Baptist Pede en de smeders Gaspar en Jozef Pollet. Bastiaen De Troyer bewerkte het timmermerk van altaar, daken en kapeldeuren

Kapel van Het Heilig Hart
Hoek Steinfurtdreef en Opperstraat, waar zich nu het gemeentehuis bevindt. Deze kapel werd gebouwd op kosten van Teresia Collijns. Zij was de zuster van Judocus Collijns die burgemeester te Liedekerke was van 1830 tot 1835.
Werd opgetrokken in baksteen met pannendak. De kapel werd jarenlang onderhouden door de zusters van de Sint-Antoniusschool. In de zijgevel werd een gedenkplaat aangebracht met de naam van de schenker.
Teresia Collijs heeft de voltooiïng van de kapel niet meegemaakt, zij overleed op 18 augustus 1851 te Liedekerke. Aldus vinden wij eveneens in de reeds genoemde rekeningen van Kerkfabriek van het jaar 1851: “bouwing gratis door de overledene Theresia Collijns van de groote kapel”. Deze kapel werd in 1955 gesloopt.

Kapel O.L. Vrouw van de Vreugde

Vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor de bouw van deze kapel:
Jozef Geraerts, Frans Van Droogenbroeck, Jozef Van Droogenbroeck, Gustaaf De Kampeneer, Gustaaf Van Droogenbroeck,
Jozef Bronselaer, Pzetrus Schouppe, Roger Guldemont, Willem Bronselaer, Frans Van Den Brande, Albert Van Eeckhout.

In het jaar 1957 werd in de hoek van de hof van de pastorij (nu gemeentepark) een nieuwe en moderne kapel gebouwd. Zij was toegewijd aan O.L. Vrouw-van-de-Vreugde. Het was de toenmalige onderpastoor E.H. Sterckx die de promotor was. Wijlen Jozef Bronselaer, toenmalig schepen van Openbare werken, leidde de werken welke door vrijwilligers werden uitgevoerd. Deze kapel deed het tot in de zomer van het jaar 1970. Toen kwam ze bij het openstellen van het pastorijpark tot gemeentepark eveneens onder de sloophamer. De gedenksteen van Teresia Collijns die in deze kapel was overgebracht werd uitgebroken en verzeilde op de breekwerf.

In de plaats van de kapel kwam een gedenksteen ter nagedachtenis van de in Buda vermoorde broeders van Sint Gabriël, waaronder Jeroom Asselman inwoner van Liedekerke.

Op 13 september 1975 werd onder impuls van Pater Albert Wassenberg opnieuw door een groep vrijwilligers de eerste spadesteek gegeven voor het bouwen van een nieuwe kapel in het pastorijpark. Ir. Architekt Guido Asselman maakte geheel  belangeloos een nieuw plan op stramien van de vorige kapel. Zij is eveneens opgericht onder de titel O.L. Vrouw-van-de-Vreugde.
Adolf van De Gucht  verrichtte het metselwrk, hierbij geholpen door A. De Petter. Onder het altaar werd door Philemon Verhasselt, die de kapel verder afwerkte, het oudste kunststuk welke Liedekerke bezit, aangebracht. Het is een 16de eeuwse booglijst in laag-reliëf en uit witte natuursteen vervaardigd welke acht wapenschilden voorstelt. Deze booglijst is samengesteld uit vijf delen. Zij stellen de familiewapens voor de kwartierdragers Adriaan Vilain en zijn echtgenote Josyne van Reymerswaele, alsook deze van de ouders, grootouders en overgrootouders van de genoemde kwartierdragers.
Deze booglijst behoorde oorspronkelijk tot het nisgraf van Adriaen Vilain, welke omstreeks 1520 overleden is. Dit graf bevond zich in de gravenkapel van de Sint-Niklaaskerk en werd in het jaar 1902 naar aanleiding van de bouw van de nieuwe kerk uitgebroken. De stukken werden  overgebracht naar de tuin van de pastorij, waar zij al die jaren tegen de muur bleven staan. De heemkring “Liedekerke vroeger en nu” heeft er toen de hand in gehad dat deze stenen verwerkt werden in de bouw van de kapel. Laten wij hopen dat zij hier een veilig onderkomen gevonden hebben en zodoende bewaard worden voor het nageslacht als herinnering aan de bewoners van het kasteel van Liedekerke.
De inwijding van de nieuwe kapel had plaats op zondag 2 mei 1976 door pastoor Buys.

Kapel van de Heilige Jozef
Deze kapel die eveneens in 1851 werd gebouwd was toegewijd aan de Heilige Jozef. In 1946 werd zij gesloopt omwille van haar bouwvallige toestand.
De familie Janssens bouwde in 1947 het café ’t kapelleken (thans nachtwinkel) en bouwde in de gevel aan de Pamelsestraat een nieuwe kapel. In het front van de kapel leest men: “H. Jozef B.V.O.”. In de kapel stond nog het oorspronkelijke beeld van Sint Jopzef uit het jaar 1851. Deze kapel is steeds goed onderhouden geweest Vanuit architectonisch oogpunt had zij geen enkele waarde. Haar betekenis is slechts een getuigenis van haar sociaal verleden.

 

Kapel van Sint Rochus

Eveneens in het jaar 1851 gebouwd op de hoek van de Warandestraat en de Pamelsestraat. Zij was toegewijd aan de Heilige Rochus.Bij het doortrekken van de Pamelstraat (toen nog een smalle voetgangersweg) stond zij in de weg. Zij verkeerde in een grote bouwvallige toestand en werd in 1970 gesloopt. Vroeger kwamen mensen van Impegem deze kapel onderhouden ter gelegenheid van de processie. Het oorspronkelijke beeld van de H. Rochus was van hout en bevindt zich in privaat bezit.

 

 

 

Kapel van Sint Niklaas
Werd eveneens opgericht in 1851 op de hoek van de Warandestraat en de Pastorijdreef (nu Steinfurtdreef) en was toegewijd aan de Heilige Nicolaas, patroonheilige van de parochie. De oorspronkelijk kapel werd opgericht op een oppvervlakte van 10ca en gekadastreerd onder sectie D, nr 1209a.
Omwille van haar bouwvallige toestand werd zij in 1955 gesloopt. Kort nadien werd een kleinere kapel gebouwd in de muur langs de Pastorijdreef. In 1970 werd deze kapel eveneens verwijderd om reden van de nieuwbouw door de familie De Backer. Het beeld van de H. Nicolaas werd destijds geschonken door Eleonora De Backer.

 

template by JStemplates.com
UA-57645190-1